Dat gaat nog wel even duren, vrees ik. Deze zomer was er nog een concreet kaartje, toen kwam er een lijst van Remkes die niet bleek te bestaan en vervolgens mochten ambtenaren een scenario uitwerken waarbij er een keuze zou zijn voor pak ‘m beet 3000 boeren. Geen van de opties werd met open armen ontvangen door de boeren. Deze week ging de minister van LNV in gesprek met boeren en stelde dat we niet dogmatisch moesten vasthouden aan gestelde deadlines. Ik heb hierover getwitterd en probeer me in dit blog te verantwoorden.
Soms lijkt het erop dat langzaam het stikstofdossier voor de boeren van de agenda verdwijnt. Echter vandaag werd iedereen opnieuw wakker door de uitspraak van de Raad van State dat de bouw zich, net als de agrarische sector moet houden aan een effectrapportage van investeringen op natuur. Op zich lijkt dat bureaucratische rompslomp. Waarom is dat nodig? Ik weet niet precies wat de argumentatie is, ben ook maar gewoon een krantenlezer, maar wat ik belangrijk vind is dat we hierdoor een systeem optuigen waardoor milieueffecten in de prijs van een investering worden meegenomen. Daarmee wordt ook de prijs van het product dat wordt geleverd meer inclusief kostendekkend. Dat is een groot goed. Nu is de prijs van veel producten exclusief de milieuschade. Het vliegverkeer is daar het grootste voorbeeld van. Zowel de industrie als de agrarische sector en daarbinnen met name de veehouderij en ook de Hoogovens staan in de spotlight als het gaat om het behalen van milieudoelen.
Op Twitter gaat het dan heel snel: Vanochtend staat iets in de krant, daarop reageert half het volk en daarna nuanceert de in de krant geciteerde zijn verhaal dat het toch strookt met het kabinetsbeleid. Niet dogmatisch vasthouden aan gestelde deadlines. “Ga voor een groter ruimtelijke ordening plaatje…” Weer vager, denk ik dan. (zie deze link). Op zich wel goed, want ik houd wel van beleid met het einddoel voor ogen en af en toe een beetje links en rechts marchanderen. Maar: het einddoel voor ogen. Wat ik me niet kan voorstellen is dat met de uitspraak vandaag door de Raad van State omtrent de bouw de doelstellingen zullen veranderen. Tijd voor oeverloze discussies is er niet en is ook niet goed voor de boeren. Zij blijven langer in onzekerheid en ik ben ervan overtuigd, oké het is een overtuiging, dat van uitstel geen afstel komt. Dus ik tweette: “Ik vrees dat het tijdpad (voor de boeren) na de uitspraak van de Raad van State over de bouw vandaag misschien wel scherper wordt. Het is niet anders: #deboerenmoetenookom.” Van een boer, die ik respecteer om zijn toon en zijn bereidheid om het gesprek aan te gaan, kreeg ik terug dat hij mijn hashtag respectloos vond richting boeren en dat ik daar vanavond maar eens over moest nadenken.
Dat heb ik onder het koken voor mezelf en met wie ik ben gedaan. Ik stelde een menu samen van beter leven kip, krieltjes uit een zakje van de Jumbo met doppertjes uit eigen tuin en worteltjes uit Spanje (denk ik). Het toetje kwam uit een pak van Campina. We hadden onder het eten een gesprek over de vraag of dit vandaag een leuke dag was voor de Jumbo. We dachten van niet.
Nu mijn reflectie: Toen de boeren de wegen blokkeerden ging ik los op Twitter met #deboerenmoetenom. Nou dat is gelukt. Ze brengen geen mensen meer in gevaar. Nu gaat het beleidsmatig verder en dat is goed! De boer die reageerde is een gesprek gestart in de zomer om boeren en burgers dichter bij elkaar te brengen. Zie mijn blog hierover. Hij twittert vaak over het mooie van zijn vak: de zonsopkomst, het geboren worden van kalfjes, de ruimte in zijn stal voor educatie (hij ontvangt daar schoolklassen bijvoorbeeld) etc, Ik vind dat geweldig. Hij is ondernemer en heeft altijd binnen de grenzen van wat kon, gewerkt. Mogelijk, maar nu wordt het speculatief en dat is gevaarlijk, heeft hij mede op basis van een bedrijfsmodel dat door banken en overheid is geadviseerd zijn bedrijf ontwikkeld. Hij zit dus min of meer gevangen in een systeem dat mede door derden is voorgesteld. En nu die derden tegen de lamp lopen, zij draaien in één kwinkslag (Rabo financiert niet meer, overheid durfde (durft?) niet door te pakken) krijgen zij de rekening. Dat is niet leuk. Ik herinner me hoe pijnlijk het was dat in de jaren 90 de bakkerij van mijn vader en broer niet verder kon door de schaalvergroting. Veel kleine boeren zijn de bestaande grote boeren voorgegaan. Een hele sector moet om, zoals ook de stukgoedwerkers in de haven vervangen werden door machines, de mijnen moesten sluiten en de middenstanders deels uit het straatbeeld verdwenen. Er is geen ontkomen aan.
Konden we dit weten? We lopen aan tegen de grenzen van de groei. Al in de jaren zestig heeft de club van Rome hier op gewezen. We zijn vijftig jaar verder en er is wel wat gebeurd. En natuurlijk is de ene sector sneller gegaan dan de andere sector. Maar het moet voor iedereen sneller. De opwarming van de aarde gaat door. Er zijn mensen die dat willen ontkennen. Dat mag in een democratische rechtstaat, maar is populisme en struisvogelpolitiek in mijn ogen.
Waarom vindt de boer mijn opmerking “de boeren moeten ook om” respectloos. Mogelijk heeft hij het woordje “ook” niet gelezen. Dat kan. Maar daar zit het denk ik niet. Hij probeert zijn vak goed te doen en positief met mensen in gesprek te gaan. Wellicht is het het gevaar van Twitter, dat als je iets algemeens tweet je dat ook individueel adresseert. Dat maakt het persoonlijk. Zoals ook de boeren uit Woudsend het persoonlijk maken richting Tjeerd de Groot van D66. De boer waar ik mee debatteer is het vast niet eens met de boeren in Woudsend. Mogelijk vindt deze boer, dat boeren wel om moeten, maar dat dat meer geleidelijk moet. Of dat de boeren al om zijn. Bijvoorbeeld dat boeren al meer inzetten op blauwe (sloten schoonmaken bijvoorbeeld) en groene producten (paaltjes bij gruttonesten zetten). Dat ze dat doen en dat die producten betaald moeten worden, staat buiten kijf. Komt weer dat inclusief prijzen langs.
Ik heb respect voor boeren die de verandering onder ogen willen zien en daarmee om willen gaan. Zij moeten gecompenseerd. Ook boeren die voorop willen gaan in de discussie, zonder mensen angstig te maken en bestuurders te bedreigen, hebben mijn steun. Voor boeren die houden van hun vak heb ik een zwak. Ik houd ook nog steeds van het bakkersvak van mijn vader.
Maar het blijft voor mij dat – ook – deze sector moet veranderen. En dat is wat ik bedoel met “ook de boeren moeten om”. Dat dat uiteindelijk betekent dat een groter deel van mijn inkomen naar primaire producten moet, zoals eten, drinken en huisvesting, dan is dat zo. Dan maar een iets goedkoper telefoonabonnement. Want ook bij mij moet het uit de lengte of de breedte.
Tenslotte: ik ben niet voor verdere schaalvergroting. Ik ben voor natuur-inclusief boeren. Ik vind dat de prijs die ik betaal als consument naast de reeds bestaande onderdelen, ook een prijs voor de natuur moet bevatten. Inclusief prijzen heet dat. Dat geldt wat mij betreft ook voor het vliegen, het autorijden, het opslaan van allerlei gegevens in de cloud (we hebben niet voor niets de dozen in Middenmeer nodig…) en noem maar op.
2 november 2022
(foto boven: landbouwgrond vandaag in de buurt van Vilsteren, Overijssel. Gemaakt door “met wie ik ben”.)