I ‘ve been to Hollywood
I’ve been to Redwood
I crossed the ocean for a heart of gold.
Mijn plek. Ik denk bij de vraag wat is voor jou “de plek”, direct aan mijn plek aan de Vecht bij Ommen. Niet ver van het huis waar ik ben opgegroeid en waar ik van mijn 9de tot mijn 22ste heb gewoond. Je kijkt er richting Ommen. Ik ging er heen als ik wilde nadenken, wanneer ik depressief was. Ik was nooit echt depressief, weet ik nu. Gelukkig. Maar ik was wel, zoals iedereen, boos, verdrietig, kwaad over van alles en nog wat in de wereld. En verliefd.
Ik was er voor het laatst een paar jaar geleden toen we in de buurt op een camping stonden. Ik moest er even heen om te voelen of het nog zo was, of ik dat gevoel nog weer terug kon krijgen. Dat was niet moeilijk. Toch zijn er meer plaatsen waar ik aan gehecht ben. Ik heb altijd een dergelijke plek om me heen nodig gehad. Aan het kanaal waar we woonden, op de fiets richting Gaastmeer, op de hei, waar ik zeven jaar ’s ochtends en ’s avonds over fietste om naar mijn werk te gaan.
Die plaatsen hebben gemeen, dat ik ze bezoek in het voorjaar. Het stemt mij melancholisch . Ik droom er hoe de wereld beter kan worden. Wat ik er aan kan doen. Hoe ik me lekkerder, prettiger kan voelen. Eigenlijk was het op die plaatsen vaak ‘coronaweer’. Blauwe lucht, groene omgeving. Nu, dit voorjaar, heb ik geleerd waarom blauw en groen mijn favoriete kleuren zijn. Ook: hoe verraderlijk dergelijke plekken kunnen zijn. Er lijkt geen vuiltje aan de lucht. Het kan je zomaar, letterlijk, bij de keel grijpen.
En: als het er op aankomt is mijn plek links van met wie ik ben.
28 april 2020
Gepubliceerd in de Nieuwsbrief jaargang 39 nummer 3, mei 2020. Meer beelden van dit artikel zijn te vinden op www.gerthengelaar.nl /de-plek/