Ik had het al op tv gezien en vandaag was ik er zelf: in het holocaust monument in Amsterdam. Een verplicht nummer voor middelbare scholieren, zei ik tegen met wie ik ben. Je weet niet wat je ziet. Alle namen van hen die vanuit Nederland zijn vermoord in Nazi Duitsland. Onbeschrijfelijk.
Er waren veel mensen. De een belde naar huis: wat is de geboortedatum. De ander keek op internet. Weer een ander raakte voorzichtig de steen aan van een geliefde, alsof het de eerste keer was dat hij zijn geliefde kon aanraken. En dat was ook zo. Een derde was verbijsterd toen zij door een gids geleid werd naar haar nabestaanden. Een ongeveer negen jarige vroeg aan haar moeder: “Zijn al deze mensen vermoord?” Onbevattelijk: 102.000 bakstenen. Voor iedere dode een steen.
Wij gingen op zoek naar de joden uit mijn geboortestad. We zochten de familie De Levie. Niet dat ik er een band mee had. Mijn moeder had hun naam weleens genoemd. Ze hadden een slagerij . Op de site over joden in Ommen wordt, naast andere verhalen, hun verhaal verteld.
Deze 102.000 verdwenen mensen hebben een naam en een plaats gekregen in de geschiedenis. Een tijd geleden waren we in het holocaust monument in Berlijn. Blokken, groot en klein. Straten, oplopend en aflopend. Geen zicht op uitzicht. Hoe kun je je 6.000.000 doden herinneren? Het is eindeloos.
En nu hier in Amsterdam staan de namen van de Nederlandse joden in steen gegrift. Het is een aangrijpend monument. Geen steen is hetzelfde.
Dit monument laat je niet los. De holocaust vergeet je niet meer.
Ga kijken.
Amsterdam, 10 oktober 2021