Coronacrisis (21) – Lockdown

En dan is het er toch ineens, die Lockdown, half december. We hebben even aan het gewone leven geproefd. Op vakantie geweest en naar het theater. Nog niet naar het festival. Nu: Kerst zonder alle geliefden op de bank. Ik kon er goed tegen.

En dan is het er toch ineens. Dat verdriet, die kwaadheid, dat respect…. Ik moest nog wat essentiële producten in huis halen, zoals tandenstokers, een six pack Leffe Blond en mondkapjes. Ik maakte een ommetje langs de visboer (morgen vis), de treintjeswinkel (dicht) en ik fietste door de stad…. Waar het op donderdagmiddag drie uur druk moet zijn, was het stil. Niks te doen. Dat raakt.

Ik kom thuis en lees op Twitter de reacties op het kamerrapport over de zogenaamde toeslagenfraude (ik zeg dat het meer over een afgrijselijke bureaucratische structuur gaat), over die gasten die zo nodig naar Tenerife en Zwitserland moeten (Ja, we hebben er over nagedacht, want Rutte noemt ons a-sociaal, maar we zijn op ons zelf). Ik word ongelofelijk kwaad. Ik draai Placebo.

Wat heb ik dan een respect voor Rein, Geert, Rosemarijn en al die anderen in de zorg, die in de vuurlinie staan en de zorg voor ons in stand houden. Voor de bloemist van “De Linde”, die haar winkeltje naar buiten heeft verplaatst. Ze is positief. Ze vindt het wel leuk. Het is weer eens wat anders, zegt ze. En voor de mensen die op al die zolderkamertjes ook op donderdagmiddag na kantoortijd gewoon door buffelen, omdat het nodig is.

Dominee Gremdaat raakte de juiste toon. Kijk hier. Ga niet op vakantie. Maak er thuis wat van. Dat ga ik doen!