Levende omgeving

In Trouw vandaag doet Tammie Schoots verslag van een door het Stedelijk Museum Schiedam ontwikkelde fietstocht. Hoewel het gaat over vroeger is de actualiteit van het verslag groot.

De molen waar ik regelmatig werk is in 1870 verplaatst. De molen stond bij een brouwerij, maar de bewoners van dure huizen die op de stuwwal in Arnhem werden gebouwd vonden een dergelijk industriegebied niet aantrekkelijk om tegen aan te kijken. Dus werd de molen naar het vrije veld verplaatst aan de andere kant van de stad. In het nu nog beschikbare vrije veld langs de Rijn en de IJssel zijn onlangs windmolens neergezet. Naast dat ze energie opleveren gebruik ik deze molens graag als baken om te zien hoe de wind waait. Anderen zijn bang voor de straling die ze zouden genereren of vinden net als in 1870 de windturbines horizonvervuiling.

De actualiteit zit hem echter vooral in wat Marianne Hoppen-Creemers zegt over ontwikkeling: “Mijn echtgenoot was metaalbewerker. Toen de metaalindustrie in de jaren ’70 versukkelde, werd hij taxichauffeur – noodgedwongen. Het terrein gaat in de nabije toekomst een hightech campus worden.”

Het bakkersbedrijf van mijn vader en broer is noodgedwongen opgeheven, omdat in het bakkersbedrijf de schaalvergroting tot een kille sanering van de sector heeft geleid. En dat zonder subsidie. Gelukkig waren hun nazaten zo flexibel dat ze iets vonden om van te leven.

Ik moet denken aan de boeren. Ook hun sector zal veranderen. Deze moet duurzamer en schoner. Dat weten we al meer dan veertig jaar. Het aan de boeren via leningen opgelegde businessmodel van de Rabobank past niet meer. Niet alle boeren kunnen boer blijven. De kracht zit hem in de aanpassing aan de omstandigheden in plaats van het verzet daartegen. Daar valt voor een aantal boeren nog een wereld te winnen.

9 augustus 2022