Met uitzicht over de Barentszee zit ik in hotel Thon mijn blog te tikken. Met wie ik ben neemt koffie en ik neem een tonic. Het is nog te vroeg voor een biertje.
Wat in Kirkenes opvalt is dat het echt aan het einde van Europa ligt. Straatnamen zijn tweetalig, het bord van de bibliotheek is tweetalig en de grens is heel dichtbij.


Wij gaan naar de grens met Rusland. We waren in Narva bij de grensovergang en bij Kaliningrad zagen we een reguliere grensovergang. Auto’s mogen er niet langs, maar voetgangers mogen de grens passeren. Hier nabij Kirkenes bezochten we ook de overgang. Hier zijn ze druk aan het bouwen: Hekken! Er valt niet veel te zien.

Vlakbij de grens is een souvinirshop. Helaas was de shop dicht en kon ik geen matroesjka kopen.


We hadden in Vilnius al een bizarre grens gezien. Eén perron dat was afgesloten van de wereld met hekken. Hier, bij Kirkenes, vonden we de grensovergang die beschreven wordt door Frouke Arns in “De gelijktijdigheid der dingen”: de grens van Boris Gleb.
Het verhaal van Frouke Arns gaat over Helena en Nizar. Twee levensverhalen, twee vluchtverhalen die samenkomen in Kirkenes. En de sneeuwuil, die af en toe zijn licht laat schijnen, zoals op pag.7: In het water de vis en de krabben, in de grond het erts. De enige reden waarom dit godverlaten gebied zich destijds uit de vergetelheid heeft opgericht. Al meer dan een eeuw wordt het erts gedolven in de dagmijnen van Sydvaranger AS in Bjørnevatn en per trein vervoerd naar de haven van Kirkenes. In de hoogtijdagen, rond 1960, bracht deze industrie grote bedrijvigheid en perspectief.
Dat is wel anders geweest hier. Want deze rafelrand van het oude continent, dit ijzige fjordenlandschap, was tijdens de Tweede Wereldoorlog het toneel van een bloedige strijd. Het verleden heeft hier diepe sporen nagelaten, in de grond, in het water, in de herinnering van hen die het nog weten en in de herinnering van hen die het verteld kregen uit eerste hand.
De zee, de lucht en het land spreken dezelfde taal aan beide kanten van de grens. De sneeuw is even wit, de regen even nat, de wind even guur. De lemmingen, muizen, eekhoorns en de vis smaken eender, de bodem herbergt dezelfde geheimen.
Nizar vlucht in 2013 vanuit Syrië. Hij neemt niet de route via de Middellandse Zee, maar de nieuwe route over land, via Moskou en Moermansk. En dan met de fiets de grens met Noorwegen over. Met de auto of lopend mag niet, maar door een maas in de wet kun je met een fiets zo het Schengengebied in komen, bij Boris Gleb.
Ik vind iets over deze plaats op Internet. Een gedateerd stuk (ik denk 1987). Elders wordt de grensplaats Nikel genoemd.
Als Nizar met de fiets de grens is overgestoken wordt hij, half bevroren, opgevangen door Helena in haar huis in het buitengebied van Kirkenes.
Vandaag is de grens haast net zo ondergesneeuwd. Wij kunnen er toch komen.




8 mei 2025